zaterdag 28 april 2012

Australië – als een theezakje door het regenwoud

De noordoost-kust van Australië zag er weer compleet anders uit dan de plaatsen die we eerder hadden gezien met witte stranden met palmbomen, tropische planten á la Singapore en een dicht miljoenenjaren oud regenwoud (volgens de locals het oudste regenwoud ter wereld, maar ja, hoe bewijs je dat??). Dit regenwoud (Daintree forest) was onze eerste bestemming, waar we sliepen in leuke huisjes op een tropische fruit-boerderij. Onderweg passeerden we de Daintreerivier, 1 van de beste plekken om krokodillen te spotten. Veilig hoog en droog vanaf een boot hebben we ze ook echt gezien: een paar kleine jonkies en een flinke moeder-krokodil. Je zou denken dat je zo’n meterslang dier vrij simpel ziet, maar ze blijken echt enorm goed gecamoufleerd tussen boomstronken, modder in exact dezelfde kleur, en het water te liggen.
Crocodile Dundee & familie in de boot
Flinke dame, die we toch met moeite konden spotten
Deze zoutwaterkrokodillen kunnen echt gevaarlijk zijn; onze gids vertelde een hartverscheurend verhaal van een jongetje van 6 dat voor de ogen van zijn 8-jarig broertje 2 jaar geleden was verslonden door een krokodil, doordat ze op een niet-veilige plek aan het zwemmen waren. Met dit verhaal in ons achterhoofd hebben we daarna uitsluitend gezwommen op plaatsen die gegarandeerd krokodillen-vrij waren....
Echt niet doen dus!
Onderweg naar onze bestemming stuitten we nog op een Cassowary: een soort Krullevaar (je weet wel van Pluk van de Petteflet) in een felblauwe kleur. Hij probeerde de weg over te steken met zijn jong, maar durfde toch uiteindelijk niet, overdonderd door de aandacht van alle toeristen die foto’s probeerden te maken. Weer een dier om af te vinken!

Eerst heel veel bordjes onderweg
En daar liep er dan ook echt een!
Na een tropisch fruit-ontbijt hadden we een hele leuke excursie waarbij je, uiteraard goed vastgeklonken, via kabels tientallen meters boven de grond van boom naar boom kon slingeren. Ik had er zelf eerst nog wat bedenksels over, maar na aanmoediging van de super-enthousiaste gidsen heb ik het ook maar gewoon gedaan en het was geweldig! Echt voor je gevoel zo vrij als een vogeltje in een prachtige omgeving van eeuwenoude bomen, struiken, lianen en bloemen die er weer heel anders uitziet van bovenaf gezien.
zo vrij als een vogeltje
zelfs met tricks
Did it!!
Het Daintree forest ligt aan de Pacific Ocean met prachtige, maagdelijk-witte eindeloze stranden en een hele mooie blauwe zee. Helaas zaten in deze zee weer andere gevaarlijke beesten: kwallen die je dodelijk kunnen verwonden... We hebben daarom alleen maar over het strand gelopen en zijn ’s middags gaan zwemmen in een veilige - en ook schitterende- waterhole: een diep punt in 1 van de kreken in het regenwoud. Hier hing (volgens Pim) de leukste attractie van de vakantie: een touw aan een boom, waarmee je in het water kon slingeren als een soort Tarzan.
Droomstranden, maar niemand in zee...
me Tarzan, you Jane?
’s Avonds zijn we met een gids nog het regenwoud ingegaan. Onze gids wist echt veel te vertellen, van het materiaal waarmee de spin zijn web maakt (als de spin ons formaat zou hebben kon haar web een flink vliegtuig in de lucht tegenhouden), tot de jachtmethoden van slangen (ze kunnen uit de uitwerpselen op de grond uitmaken welk dier daar zit te slapen en waar het precies moet zitten). Gelukkig troffen we zelf weinig slangen onderweg (behalve 1 python op de weg, toe we alweer terugreden naar ons huisje), maar wel een paar mooie ‘draken’, vreemde hagedissen.
Allemaal beestjes
Na nog een paar laatste slingers aan het touw in de ochtend was het alweer tijd voor onze laatste bestemming: Palm Cove.

vrijdag 27 april 2012

Australië – Aboriginalland in de middle of niks

De volgende dag landden we vroeg in de middag echt letterlijk in de middle of nowhere op de enige landingsbaan van Ayers’ Rock. Eigenlijk heet deze enorme, bizar gevormde, roodgranieten rots Uluru en is een heilige plek voor de Aboriginals die al tienduizenden jaren deze woestijn bewonen. We hebben dus alleen maar om de rots heen gelopen en gereden – de rots is echt enorm groot – en hebben hem dus niet beklommen. Dat mocht ook niet omdat het te heet en daardoor te gevaarlijk was; de temperatuur liep ’s middags op tot wel 39 ̊C, echt schroeiendheet zoals in een sauna, maar dan met zon én vliegen. Deze superirritante zogeheten dessert-dwellers probeerden constant op je ogen, neus, mond of in je oren te vliegen/kruipen. De volgende dag liepen we dus allemaal verkleed als malloten rond met een netje over onze hoeden en petten. Dat hielp wel goed en we hoefden toch niet mee te doen aan een modeshow...

prachtig rood en groot Uluru

van dichtbij zag je pas echt hoe groot het is
Ontaard vroeg om kwart voor 6 werden we de volgende dag opgehaald door een gids voor de zonsopgang achter Uluru te gaan bekijken en een mooie wandeling te maken door een kloof die liep tussen de Kata Tjuta, ook zo’n bizarre rotsformatie. Onze gids wist erg veel te vertellen over de gebruiken van de Aboriginals (hoe ze hun verf maakten van stenen die we onderweg vonden en hoe ze water konden vinden door te kijken waar de Eucalyptusbomen groeiden, die alleen op plekken groeien waar het water hoog staat) en gelukkig wist ze ook hoe de rotsen ontstaan waren (wat we ons natuurlijk al 2 dagen afvroegen). Tientallen miljoenen jaren geleden hadden er op deze plaatsen enorme bergen gestaan, formaat Himalaya. Onder invloed van water en wind waren aan de voet van deze bergen enorme hoeveelheden stenen afgezet, die veel later verdwenen onder de binnenzee die toe ontstond. Door enorme druk werden deze stenen in weer miljoenen jaren tijd opeengeperst tot een grote brok graniet. Toen er weer veel later een aardverschuiving plaatsvond kantelde deze enorme brok en werd omhoog getild: Uluru.
Gesluierd op pad
voor Kata Tjuta
De volgende dag reden we meer dan 200 km door de woestijn, waarbij we maar 1 huis/benzinepomp/wegrestaurant tegenkwamen; ongelofelijk voor Nederlandse en Singaporese begrippen. Wel kwamen we onderweg een Dingo (wilde hond) tegen en prachtige roofvogels. Hoe we ook speurden in de oneindige grasvlakte met wat boompjes en struiken, de rode plekken bleken helaas geen kangaroes maar stukken rots of  losgewoelde grond te zijn. Onze plaats van bestemming was Kings Canyon met een camping, benzinepomp, kamelenfarm, helicopterservice en café/restaurant-in-1 met alleen maar hamburgers op het menu. Wel kon je kiezen tussen een hamburger van bief, kip, groente of... kameel. Keuze genoeg dus voor 2 nachtjes! We sliepen hier in twee mooie kant-en-klaar tenten met echte bedden, een nachtlampje en een ventilator. En het allermooiste: je mocht hier een kampvuur maken! Daan en Pim waren dus lang bezig met het zoeken van het beste hout en droog gras, waarna ze een enorm vuur maakten dat de hele camping zowat verlichtte en dat het zo heet maakte dat je er echt meters vanaf moest zitten om niet te verschroeien (zonder het kampvuur was het al redelijk warm met ruim 25 ̊...).
vuurtje stoken blijft wel erg leuk...
Dingo in het wild
Bepakt met vele liters water gingen we de volgende ochtend al vroeg op pad om de Rims walk te doen: een wandeling over de kam van de King’s Canyon van 3 uur. De jongens vonden het geklauter over de stenen prachtig en het pad was prima te doen en echt onvoorstelbaar mooi met naast ons soms steile ravijnen en uitzichten van kilometers over oneindige vlakten en andere bergen. Na ’s avonds weer een kamelenburger en uiteraard weer een kampvuur (nu iets minder hoog) hebben we ’s ochtends door dezelfde canyon een korte wandeling onderlangs gemaakt. Dit was ook erg mooi, maar meer een pad, dus minder interessant voor Daan en Pim. Na een flinke rit van ruim 300 km (met nu twee huizen onderweg) en een groep Dingo’s en een kleine kudde kamelen (er lopen in Australië blijkbaar meer wilde kamelen rond dan in het Middenoosten) arriveerden we in een echte stad: Alice Springs (formaat kleiner dan Wageningen).
Pim on top of the world
echte wilde Australische dromedarissen
Op het eind van de middag zijn we hier nog naar een plek gegaan waar de zeldzame zwartvoet-rots-wallabies (kleine kangaroes) voor zouden komen en na een kwartiertje kijken ontdekte Daan 3 wallabies tussen de enorme stapel rotsblokken: 2 volwassenen en 1 jonkie. Ze bleken gelukkig niet schuw te zijn, zodat Ardy weer aardig wat plaatjes kon schieten. Na nog een wandeling door een canyon in de ochtend moesten we de outback alweer achter ons laten om door te vliegen naar een wat meer bewoonde plaats in Australië: het tropische Cairns.
het lijkt wel een flink konijn maar is een echte wallabie!

maandag 16 april 2012

Australië – Sydney op de fiets

Australië (Sydney) ligt op een vliegafstand van ‘maar’ 7 uur vanaf Singapore; een prima reden dus om onze paasvakantie ‘ down-under’ te houden! Het is natuurlijk een gigantisch groot land, zodat we echt moesten kiezen wat te doen in twee weken. Zeker omdat we denken dat we hier niet vaker zullen komen, wilden we zoveel mogelijk verschillende plaatsen zien en verschillende dingen doen. Na wat gepuzzel kwamen we uit op Sydney, outback (midden-Australië) en een week Cairns en omgeving aan de oostkust met tropisch regenwoud en het Great Barrier Reef.
Hoezo groot land??
Maar eerst dus Sydney; een prachtige stad, helemaal gedrapeerd langs de lange, grillige kustlijn. Het centrum is redelijk compact, dus prima wandelend te verkennen. Er loopt echter ook een monorail doorheen, wat de jongens natuurlijk veel leuker vonden. De eerste dag waren we nog wat brak van onze nachtvlucht die – wel heel leuk – in een gigantische dubbeldekker Airbus 380 was en hebben we een klein rondje Sydney gedaan. Eerst naar een Harry Potter-tentoonstelling in een museum (leuk met allerlei ‘ echte’ attributen uit de films) en daarna heerlijk Fish and Chips aan de boulevard.
Mooie skyline van Sydney
Ook mooi vanaf het water
De Aussies waren erg vriendelijk en superrelaxed en stammen (aan de koppen te zien) nog duidelijk af van Europese boerenemigranten, niet erg verfijnd dus... Op de boulevard waar diverse vrijgezellenparties bezig waarbij niet erg duidelijk was of het meisjes waren die zelf hun vrijgezellenfeest vierden of animeermeisjes voor de vrijgezelle jongens. De mode was namelijk erg kort, van onder én boven waarbij niet echt gekeken werd of deze mode nou wel het beste paste bij het lijf dat in het jurkje werd gehesen. En dat met een bevolking waarvan een kwart van de mensen aan obesitas lijdt – erg vermakelijk voor een avondje!
Laten zien wat je hebt...

De volgende dag was het stralend weer en zijn we met de veerboot naar Manly Beach gegaan waar we een heerlijke fietstocht langs de kust hebben gemaakt. Vanaf de boot hadden we een prachtig uitzicht op de skyline van Sydney met – uiteraard – het wereldberoemde operagebouw. Ardy had weer veel te fotograferen!
Sportief op de fiets

Mooi uitzichtspunt
Mooi plaatje met de opera

Opera in close up by night