donderdag 28 november 2013

Living apart together in Asia: met zijn vieren verspreid over 3 landen

Ardy vliegt (zoals zowat alle werkende expats hier) erg regelmatig de hele regio door, waarbij hij vooral veel in India en China is, omdat hij daar R&D teams heeft zitten. Nu is het vliegen hier ongeveer even speciaal als met de trein gaan in Nederland en gaat het ook net zo efficient; als hij geland is op Changi kan hij in drie kwartier thuis zijn.

Deze week stond Shanghai weer op het programma voor Ardy. Nu hebben we daar vrienden wonen, die eerder onze buren waren in Singapore, die ik al lang op wilde zoeken. Daan was de afgelopen week voor 2 (!) weken op kamp vertrokken naar Chiang Mai in Thailand en Pim was van harte welkom om bij vriend Fil, die een paar deuren verderop  woont, te gaan logeren. Een buitenkansje dus voor mij om Tamara in Shanghai op te zoeken!
Alles was dus prima geregeld en in orde, maar het voelde toch heel vreemd om als gezin verspreid over drie landen te zitten: Singapore, Thailand en China.  Daan had het prima naar zijn zin in Thailand, hoewel we hier zeer mondjesmaat berichten over ontvingen. De eerste week was dit ook niet zo verwonderlijk omdat ze middenin de jungle zaten, waar ze een trekking hadden en al raftend een rivier afgingen; superleuk dus! Na een week zat hij in Chiang Mai met af en toe internet en kregen we één mailtje waarin hij schreef dat het allemaal goed ging, hoe het met ons was en oh ja, of we een nieuw spel voor de XBox voor hem konden bestellen...

Daan als olifantenhelper met zijn klasgenoten in Thailand 


 
 





 Shanghai was erg leuk, vooral om dat samen met iemand te doen die de stad echt kent. Ik had nooit vermoed dat deze échte Chinese stad ook een Franse wijk heeft, met allerlei leuke kleine boetiekjes en restaurantjes.  Ook bleek je prima te kunnen fietsen door Shanghai; de eerste dag hadden we een fietstoer mét Nederlandse gids door de stad, hartstikke leuk! Tamara en ik hadden alleen zóveel bij te kletsen dat ik niet overal even goed heb opgelet.


  
Angelique met Tamara op pad door Shanghai
 

Ardy's gezellige werkplek
Ik heb zo de stad dus echt kunnen verkennen, terwijl Ardy de hele tijd aan het werk was in Wuxi en maar 1 avond mee op stap heeft gekund om te eten met uitzicht op de Bund. Hij is al zo vaak in Shanghai geweest, maar heeft nooit zoveel van de stad gezien als ik in twee dagen. Het weer in Shanghai was ook fantastisch: zonnig en een graad of 20; perfect weer om de stad te verkennen. Helaas was het volgens Tamara maar zo’n 8 weken per jaar (in het voor- en najaar) zo’n weer en is het voor de rest bloedheet of ijskoud... Hmmmm, Singapore is dan toch beter, en dat vonden we zeker toen we in het vliegtuig stapten en een gele mistige smog over de stad zagen hangen, iets wat in Shanghai helaas regelmatig voorkomt.


dinsdag 17 september 2013

Having a ball!

Pim is alweer een jaartje ouder geworden, 12 jaar al bijna een echte tiener. Dat betekende dus weer op zoek naar iets leuks om te doen voor zijn feestje. Nu had Pim iets gezien op internet van freestylen in een grote hal met springkussens en trampolines, waarbij je tegen de muren kon lopen en allerlei coole tricks zou kunnen doen...  De site en ook de hal bleken nog steeds erg ‘under construction’, zodat het dit niet ging worden. Al googlend stuitte ik op iets anders: Bossaball, een soort volleybal op een groot springkusssen met twee trampolines in het midden. Pim had daar ooit op het Jeugdjournaal een filmpje over gezien en leek dat toen echt al helemaal het einde. Dus die was meteen enthousiast. Na wat heen en weer gemail regelden ze een aardige prijs voor ons en mocht Pim 20 kinderen uitnodigen; je huurt een tijd af en het maakt dan niet uit of je met 5-en of met 20 komt. Pim zit maar in een klein klasje van 16, die hij dus allemaal kon vragen, maar heeft ook aardig wat vrienden in de andere groep 8, zodat het toch nog lastig kiezen werd.

 
Op zaterdag was het zover en hadden we (vooral Pim) een strak schema te doorlopen; eerst van 9 tot 10.30 uur turnen bij de UWC (school van Daan), daarna van 11 to 12 een voetbalwedstrijd spelen met de Snipers om na een hele snelle douche en boterham om half 2 op de plaats van bestemming te staan. Het Bossaball-kussen stond opgesteld op het overdekte basketbalveld van een locale middelbare school, grappig om dat ook een keer van binnen te zien. Volgens Daan was het toch wel een stuk strenger dan op zijn school, want er was zelfs een ‘disciplinairy room’ naast de wc’s.... In een land waar stokslagen worden gegeven aan inbrekers zal er vast ook een ander beleid gelden voor leerlingen dan in Nederland.
 
Het Bossaball was helemaal fantastisch, de kinderen deden wedstrijdjes in groepjes van 5, zodat ze elke keer ook 10 minuten hadden om uit te bazen. En ondanks de zwaar verhitte en bezweette gezichten, konden ze eigenlijk niet zolang wachten en bleven ze gewoon doorstruiteren tot de volgende wedstrijd kon beginnen. We herkenden ook wel wat fanatieke trekjes bij een aantal kinderen waarvan we dit ook van hun ouders kennen.








Na een ontzettend spannende finale won uiteindelijk het team van Pim, waar iedereen ook wel vrede mee had. Pim zelf dacht ’s avonds nog wel even dat hij iets vreselijks onder de leden had; hij had buikpijn die hij nog nooit had gehad! Gewoon spierpijn, wat niet echt vreemd was na zo’n dag.....  


 

zondag 18 augustus 2013

Lekker in een bootje langs ‘Hollandse’ apen, wilde Orang Oetangs, krokodillen en prachtige slangen (Borneo, 2 of 2)

Na vooral onder water gekeken te hebben, gingen we tijdens het tweede deel van onze Borneo-vakantie vooral langs het water kijken. Na een urenlange autorit door voornamelijk palmolie-plantages nam ik me heilig voor zo min mogelijk producten te eten waar palmolie in verwerkt is. Ongelofelijk wat hiervoor aan primair regenwoud heeft moeten wijken! Uiteindelijk kwamen we aan in Sepilok, dat aan de rand van een regenwoud ligt dat twee keer zo groot is als Singapore en gelukkig nog intact is.

In Sepilok worden orang oetangs opgevangen en voorbereid op een leven terug in het wild. Dit lijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan; gemiddeld zijn apen 6 tot 10 jaar in of in de buurt van het opvangcentrum voordat ze echt zichzelf kunnen redden. Om de apen zo min mogelijk aan mensen te laten wennen konden we helaas de baby-aapjes niet van dichtbij zien (had Prins Bernard niet gezegd dat dit het mooiste was wat je kon overkomen, een baby-orang oetang in je armen houden?!). Er was nog wel een plek waar de verwilderde apen 1 keer per dag gevoerd werden en gelukkig kwamen er aardig nog wat apen af op de trossen bananen. Ze worden expres met alleen maar bananen gevoerd in de hoop dat ze dit zo eentonig vinden, dat ze zelf actief naar ander eten op zoek gaan.


En wat zijn het een indrukwekkende dieren, met grote, bruine ogen waarmee ze je bijna menselijk aankijken. Het zijn echt enorme goede klimmers, ze slingeren met het grootste gemak van de ene boom naar de andere. Zo jammer dat deze prachtige dieren zwaar bedreigd zijn en alleen nog maar voorkomen op Borneo en Sumatra. Natuurlijk hebben we ook een aapje geadopteerd: Beryl, een uitstekende klimmer die als buddy wordt ingezet om minder dappere aapjes te leren klimmen.








Na Sepilok gingen we via Sandakan (het is dus niet alleen een held uit lang vervlogen tijden, maar ook een stad) over de rivier dieper de jungle in. De rivieroevers waren dichtbegroeid met bijna ondoordringbaar regenwoud, dus de boot was by far de beste manier om dieren te bekijken. En wat hebben we veel mooie dieren gezien: enorme zoutwaterkrokodillen die bij laag water op de oever lagen te zonnen, neushoornvogels, ijsvogels en heel veel apen. Een hele typische apensoort die alleen hier voorkomt zijn de proboscis apen, vreemde dikbuikige apen met (de mannetjes dan) enorme rode neuzen. Door de locals werden ze “monkey Belanda” genoemd en ik kan me wel een flinke gelijkenis voorstellen met de Nederlandse kolonisten die hier dikbuikig, puffend met roodverbrande neuzen moeten hebben rondgelopen...
 
Proboscis monkey of neusaap

 
Pig tail macaque









We wachten tot het donker wordt op de Kinabatangan rivier
zodat we de vuurvliegjes kunnen gaan zien
We sliepen in twee resorts langs de rivier, waarbij om het eerste resort een houten board walk over het moerasachtige gebied was aangelegd. Na de lunch gingen we daar een klein eindje over lopen en wat kwamen we daar tegen; een echte wilde orang oetang, die op haar gemak bessen aan het plukken was naast het pad! Geweldig natuurlijk, wat een mazzel. Het bleek na navraag bij onze gids Rose te zijn, een jonge orang oetang van een jaar of zes, die net door haar moeder uit huis was gezet en nu regelmatig nog terug kwam naar voor haar vertrouwde plekjes, zoals deze plaats vlakbij het resort.

 

In de middag, avond en de volgende dag hadden we nog meer prachtige riviersafari’s waarbij vooral de proboscis apen zich erg goed lieten zien. Zij zoeken ’s avonds met de hele groep een boom op naast de rivier waar ze met hun kont naar de rivier in gaan zitten om te slapen. Het was een geweldig gezicht om de jonge apen streken uit te zien halen en de mannelijke leider verwoede pogingen zien te ondernemen om zijn gezag te laten gelden. Onze gids wist echt heel veel te vertellen en wist de best verstopte slangen (ik zag hem nog niet toen hij op 30 cm voor mijn neus zat...) voor ons te vinden. Super was ook de excursie bij zonsondergang, waar het bootje in de schemering werd stilgelegd en we konden genieten van alle junglegeluiden onder het genot van een kopje koffie met koekjes.   
 
 


Boven de mangrove cat snake en onder de groene Wangler's pit viper

Ook op de terugreis naar Sandakan hadden we weer veel geluk; langs de oever troffen we een orang oetang die een Doerian-boom aan het leegplukken was; zij vinden deze afschuwelijk stinkende vruchten dus wél lekker...
De vetste onder de monsters die we gespot hebben

 






Na nog een nachtje Kota Kinabalu aan het strand was het alweer tijd om terug te vliegen naar huis voor ons laatste jaartje Singapore. Was is het toch fantastisch dat we hier zoveel mooie dingen kunnen zien!

Terug in Kota Kinabalu @Seaview hotel met WIFI....